7 Oktober 2025  •  Frank Duivenvoorde

Woe. 22 okt. 20.00 u : Lezing over 'Geloof in vrede' door Mgr. Joris Vercammen

Woensdag 22 oktober om 20.00 u houd emeritus - bisschop Mgr. Joris Vercammen van het Aartsbisdom Utrecht van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland een lezing onder de titel 'Geloof in vrede'. Hij deelt daarin zijn gedachten over geloof, geweld en vrede

Locatie : Oud-Katholieke Kerk, Varkensmarkt 18, Culemborg

Aanmelding : U kunt zich aanmelden voor het bijwonen van de lezing via StadskloosterCulemborg@gmail.com

Kosten : De toegang is gratis.

Vrijwillige bijdrage voor de verwarmingskosten en koffie/thee in de pauze.

Dominee Bert Altena schreef juli dit jaar een recensie van het boek dat gepubliceerd werd bij Nieuwwij.  Hieronder vindt U de tekst daarvan, die gepubliceerd werd op 25 juli j.l. 

( Foto : Mgr. dr. Joris Vercammen, emeritus-Aartsbisschop van de het Aartsbisdom Utrecht van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland ( 2000 - 2020 )

In zijn boek Geloof in vrede, voert Joris Vercammen, voormalig oud-katholiek aartsbisschop van Utrecht, een warm pleidooi om de vredesboodschap in kerk en samenleving levend te houden. En dan niet volgens de logica dat om vrede te bereiken, je je voor moet bereiden op oorlog, maar omgekeerd: om vrede te bewerkstelligen, moet je je voorbereiden op vrede. Echt anders gaan handelen en spreken. Niet meegaan in het binaire (vijand)denken. Niet je vertrouwen stellen op steeds meer wapens en geweld. Want dat voedt alleen maar de angst. Geloven in vrede is vooral een geestelijke strijd, benadrukt Vercammen.

Hij gaat in verschillende hoofdstukken van zijn boek dieper in op de geschiedenis. Want kerk en geloof hebben niet zo’n geweldig trackrecord als het gaat om vrede. Hoe vaak was de kerk zelf niet medeplichtig aan politiek geweld. Veel conflicten in geschiedenis vonden mede hun oorzaak in godsdienstige twisten. Een breukvlak is geweest toen de kerk in de vierde eeuw staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk werd. De beruchte ‘zondeval van het christendom’, toen de kerk viel voor de verleidingen van de macht, pacteerde met de staatsmacht en al snel zelf een machtsinstituut werd.

Tegelijk is er in de geschiedenis van de kerk ook altijd een beweging geweest die het oorspronkelijke vredesideaal van haar stichter vast wil houden. Het is niet voor niets dat meteen al in de vierde eeuw het ascetisch monnikendom ontstond, als reactie op de kerk die zich verslingerde aan de macht.

Vercammen schetst deze geschiedenis op hoofdlijnen, maar dat is niet waar de spits van zijn boek ligt. Belangrijker voor hem is de spirituele inspiratie die hij voor de vredesboodschap vindt bij eigentijdse voorbeelden, zoals Dag Hammerskjöld en Thomas Merton. Hammerskjöld was secretaris-generaal van de Verenigde Naties, zette zich in de jaren vijftig en zestig nadrukkelijk in diverse conflictgebieden om langs diplomatieke weg vrede te bewerken. Na zijn (vroege en tragische) dood, werd voor het grote publiek duidelijk wat in kleine kring al bekend was, dat hij een diep religieus mens was die in een streng persoonlijk beleefd christendom zijn inspiratie vond.


Thomas Merton werd wereldberoemd door het boek dat hij schreef over zijn weg tot het monastieke leven (Louteringsberg). In de jaren zestig ontwikkelde hij zich tot pacifist en vredesactivist. Op een reis naar Azië, waar hij zich verder in het boeddhisme wilde verdiepen, kwam hij bij een noodlottig ongeval om het leven. Zijn teksten worden tot op vandaag uitgegeven en vormen voor velen een inspiratiebron. Zo ook voor Vercammen. Merton laat zien dat de “strijd tegen het kwaad van het geweld niet slechts gericht moet zijn op de oorlogszucht van buiten, maar ook tegen het eigen geweld, fanatisme en hebzucht die elk mens óók in zijn eigen hart zal kunnen aanwijzen. Tenminste, als men eerlijk is” (p. 149).

De oproep om in vrede te blijven geloven, die het hele boek ademt, blijft gelukkig niet steken in moralistische aansporingen. Aan de hand van teksten en programma’s die in oecumenisch verband zijn opgesteld, laat Vercammen zien dat de weg van de vrede niet een idealistisch pad is, maar een realistische optie. Als er tenminste fundamenteel andere keuzes worden gemaakt. De Werkgroep Inclusieve Veiligheid heeft een concreet scenario uitgewerkt om in Nederland binnen twintig jaar over te schakelen van een militaire naar een civiel vredes- en veiligheidsbeleid. Duurzame vrede kan, al moet er daarvoor wel heel wat veranderen. Niet alleen op beleidsniveau, maar ook in ‘hearts and minds’. De manier waarop onze bevolking en die van heel Europa nu wordt klaargestoomd om meer uitgaven voor de (militaire) defensie te accepteren en rekening te houden met een toekomstige oorlog, bijvoorbeeld door noodpakketten aan te leggen, wijzen natuurlijk precies de verkeerde kant op.

Geloven in vrede is nu juist ook dat eerste, geloven, de mogelijkheid openhouden dat het anders kan, dat geen enkele ontwikkeling ‘onvermijdelijk’ is of ‘onomkeerbaar’.

Volgens Vercammen is het zaak in actie te komen. “Wie vrede wil, zal ook van zich moeten laten horen. Demonstraties en daden van burgerlijke ongehoorzaamheid evenzeer als het ontwikkelen van alternatieven en de handen vuil maken door zich te engageren in de politiek, zijn meer dan nodig. Echter het luistert nauw met welke houding men tot actie overgaat (…) Wie de zorg voor de innerlijke vrede scheidt van de inzet voor de vrede in de wereld, loopt het gevaar zich zonder moreel kompas in het politieke machtsspel te verliezen.” (p. 183).

Een belangrijke oproep, zeker in deze tijden.

Joris Vercammen. Geloof in vrede. Gedachten over geloof, geweld en vrede. Uitgeverij Zilt, 2025. 201 pag. € 24,99.