Do. avond 10 april OKK : Paaslezing over Jaqueline van der Waals "Doodsverlangen of Godsverwachting ?"

Jacqueline E. van der Waals: Doodsverlangen of Godsverwachting
Dichteres Jacqueline E. van der Waals (1868-1922) is misschien het bekendst van het lied 'Wat de toekomst brengen moge', ze schreef veel pure poëzie waarin natuur en geloof een rol spelen.
Deze lezing gaat door bij voldoende belangstelling : Toegang vrij, vrije gift . Koffie en thee in de pauze 1,50 euro. Aanmelden voor deze lezing tot en met 9 april via StadskloosterCulemborg@gmail.com
Maar een van haar thema's is ook de dood. Eigenlijk in twee fases: in haar jongere jaren en in haar laatste jaar. Daartussen zit een ontwikkeling.
In deze lezing een schets van haar leven en een selectie uit haar werk.
We willen daarbij ook kijken naar de vragen die uit haar veelgezongen lied opkomen. Met name de regels: "Laat mij niet mijn lot beslissen, zo ik mocht, ik durfde niet. O, hoe zou ik mij vergissen als Gij mij de keuze liet.". En welke aspecten uit dit lied worden ook in andere gedichten van haar belicht?
Op het einde van haar leven, begin 50, wist Jacqueline van der Waals dat ze zou overlijden aan maagkanker. De openhartigheid van haar bundel “Laatste Verzen” is opmerkelijk, zeker voor 1922. Een aantal kenmerken van haar poëzie, kinderlijkheid en devotie, krijgen ook in het gedicht Annunciatie hun plek. Maar hoe ze haar strijd met haar levenslust en de dood verwoord is indrukwekkend. In dit gedicht stijgt ze boven haar andere verzen uit. Dit gedicht "annunciatie" komt uit “Gebroken Kleuren”, een bundel verzamelde van der Waals gedichten die in 1939 uitgegeven werd.
Annunciatie.
Ik hoorde uw voetstap naadren op het pad,
Ik wachtte, en zag u na een korte pooze.
- Hoe geurden 't dennenboschje en de rozen! -
Toen gij mijn open woning binnentradt.
Gij waart dien avond, toen gij tot mij kwaamt,
O Dood, niet overmoedig, niet vermetel,
En toen gij plaats naamt in mijn zachten zetel,
Gelijk een knaap zoo schuchter en beschaamd.
‘Ik kom misschien wat laat en ongelegen?
Maar God heeft mij gezonden met een last.’
Ik sprak: ‘Wie tot mij komt van Zijnentwege
Is mij ten allen tijde een lieve gast.
Ik bood u spijze, ik dronk met u den wijn.
Toen spraakt gij vragend, en uw oogen zagen
De mijne niet, naar de uwe opgeslagen,
Maar staarden peinzend in den avondschijn:
‘Ik weet, dat ge u een woning hebt gebouwd,
Die gij zoo juist van plan waart te betrekken?..
Dat gij de taak, door God u toevertrouwd
Ten laatste aan uzelve woudt ontdekken,
Als gij uw eigen leven leven zoudt?’...
Maar met een glimlach sprak ik snel en stil:
‘Kwaamt gij, o Dood, mij van mijn plannen spreken?
Spreek en verkondig mij des Meesters wil.’
Toen stondt gij op, toen gaaft gij mij het teeken,
Waarmede gij de uwen wijdt, o Dood. -
Ik deed u even later uitgeleide,
Ik zag u duister in het avondrood
Verdwijnen in de duisternis der heide.
En keerde huiswaarts langs het kiezelpad,
Ik sprak niet ‘goede Dood’, ik sprak niet ‘booze’,
Maar 't dennenboschje geurde, en de rozen,
En 'k had het leven nooit zoo lief gehad.
Deze lezing wordt verzorgd door Irene Postma die een studie maakte over de spiritualiteit van waaruit Jacqueline van der Waals leefde. Ook zette zij enkele gedichten van haar op muziek en heeft zij weet van anderen die dit ook gedaan hebben. ( o.a. op een melodie van Julius Röntgen.)
(Muziekdocente Irene Postma die de lezing verzorgt )
Deze avond maken we kennis met haar gedichten en liederen en uiteraard zullen we ook enkele van haar liederen zingen o.a. te vinden in het oude Liedboek van de Kerken zoals "De dag door Uwe gunst ontvangen' en 'Wat de toekomst brengen moge mij geleidt des Heren hand'.
Het 125 jaar oude Bätz-Witte orgel ( 1900 ) van de Oud-Katholieke Kerk in Culemborg zal worden bespeeld door organist Frans Kievith.